dinsdag 11 februari 2014

Maandag 10 februari

Het kastenstelsel
Vroeger was de Indiase maatschappij ingedeeld in groepen de kasten worden genoemd. In een kaste word je geboren en je blijft er je hele leven in. Maar als je goed je best doet, kun je in je volgende leven terugkomen in een hogere kaste. De meeste Indiërs geloven namelijk in reïncarnatie: als je doodgaat, sterft alleen je lichaam. Je ziel blijft leven en verhuist naar een volgend lichaam.
Er zijn vier verschillende kasten van hoog naar laag:
  1. De Brahmanen: de priesters. Kinderen van Brahmanen leren de heilige boeken lezen in het Sanskriet en de rituelen in de tempel uit te voeren.
  2. De Kshatriyas: vroeger waren dat de soldaten, de politici en de landeigenaren. Tegenwoordig worden kinderen uit deze kaste ook vaak dokter, leraar of piloot.
  3. De Vaishyas: de kooplieden en de vaklieden.
  4. De Sudras: de boeren en de arbeiders.
  5. En dan heb je nog de Dalits: de kastelozen, ook wel onaanraakbaren genoemd. Zij mogen blij zijn met het werk dat alle anderen niet willen doen. En dat zijn vervelende, vieze of gevaarlijke karweitjes die ook nog een slecht worden betaald.
 

 

Mahatma Ghandi


'Als we echte vrede in de wereld willen bereiken, moeten we bij de kinderen beginnen'

Dit is een uitspraak van Mahatma Ghandi. Ghandi werd geboren in India in 1869. Hij studeerde rechten in Engeland en woonde jarenlang in Zuid-Afrika, waar hij zich inzette voor de rechten van de Indische bevolkingsgroep. Na terugkeer in India werd hij leider van de Indisch Onafhankelijkheidsstrijd. Ghandi verzette zich tegen de Britse overheersing van India, zonder geweld, en met succes. Tegen het van zijn leven was India onafhankelijk, in 1947.

 
 Zoutmars
Ghandi vertrok op 12 maart 1930 met 78 volgelingen vanuit Sabarmati naar de zee. Daar raapten ze een handje zout op en liepen ermee naar Delhi, waar de Britse regering zat. Ze wandelden een afstand van 332 kilometer in 24 dagen. Toen ze aankwamen, was de groep veel groter geworden, duizenden mensen hadden zich onderweg aangesloten. Wat ze gedaan hadden was verboden: over zout moest belasting betaald worden aan de regering. Het overtreden van deze wet was een symbolische daad. India is voor het grootste deel omgeven door zeewater (zout wordt dus gratis geschonken door de natuur) en toch was het verboden om zelf zout te winnen. De Indiërs vonden dit niet eerlijk. Ze wilden zelf over hun eigen grondstoffen beschikken hun eigen wetten maken en zelf hun land besturen.


1 opmerking:

  1. Wat ook een uitspraak is van Ghandi: Als je doet wat je leuk vindt, hoef je nooit te werken.

    Hoop dat jullie begrijpen dat dit voor kinderen op school niet zo'n goede uitspraak is.

    Dus om jullie gelijk extra werk te geven, wat is:
    Satyagraha.
    Hoe vaak is Gandhi voorgedragen voor de Nobelprijs voor de vrede?

    Succes!
    De vader van Yasmine

    BeantwoordenVerwijderen